Item: Geheugen

Uit interRAI-PEDIA, E-Learning voor RAIview
Ga naar: navigatie, zoeken

TriangleArrow-Left.pngItem: Cognitieve vaardigheden voor dagelijkse besluitvorming Item: Geheugen Item: Gestoord denken of bewustzijnTriangleArrow-Right.png

Terug naar sectie Cognitie
Terug naar overzichtspagina Secties en Vragen


Bedoeling

Het bepalen van het vermogen van de cliënt zich recente gebeurtenissen en gebeurtenissen uit het verre verleden te herinneren (d.w.z. korttermijn, procedureel en situationeel geheugen).


Korttermijn geheugen

Definitie

Schijnt of lijkt zich na 5 minuten nog te herinneren.

Proces

De te verkiezen methode om het korttermijn geheugen te beoordelen is de cliënt te vragen om gedurende enkele minuten drie voorwerpen te onthouden (bijv. boek, horloge, tafel). Vraag de cliënt, nadat u de drie voorwerpen hebt genoemd, ze te herhalen (om er zeker van te zijn dat de cliënt u gehoord en begrepen heeft). Ga dan over wat anders praten; wees niet stil, ga de kamer niet uit. Vraag de cliënt vijf minuten later de naam van elk voorwerp te herhalen.

Een andere methode is de cliënt te vragen een recente gebeurtenis te beschrijven die u beiden hebt meegemaakt en kans hebt te herinneren of de juistheid ervan vast te stellen. Vraag bijvoorbeeld de cliënt het ontbijt te beschrijven of wanneer de laatste medicatie tegen pijn was ontvangen (de herinnering van de cliënt kan worden bevestigd met informatie uit het cliëntdossier) of een andere activiteit die zojuist is uitgevoerd. Vraag bij cliënten met beperkte communicatieve vaardigheden de directe zorgverleners en familie over de toestand van het geheugen van de cliënt.

Als er geen positieve aanwijzing van geheugenvermogen is (bijv. het zich herinneren van meerdere items door de tijd heen, of volgend op een aanwijzing van vijf minuten ervoor), is het correcte antwoord “1”, Geheugenprobleem.

Gebruik van deze vraag in uitkomsten en rapportages

CPS-schaal
Zorgzwaarte
Kwaliteitsindicatoren



Procedureel geheugen

Definitie

Dit item verwijst naar het cognitief vermogen dat nodig is om opeenvolgende activiteiten uit te voeren.

Proces

Vraag het zorgteam of een familielid of de cliënt in staat is een taak met een aantal subtaken uit te voeren (bijv., zich aankleden).

Codering

De cliënt moet alle of de meeste van de stappen zich kunnen herinneren dat ze uitgevoerd moeten worden om een “0”, Geheugen OK, te scoren. Als de cliënt moeite blijkt te hebben met twee of meer stappen, codeer dan “1”, Geheugenprobleem. Let op: Verwar lichamelijke beperkingen niet met het cognitieve (on)vermogen om opeenvolgende activiteiten uit te voeren.

Situationeel geheugen

Definitie

Verwijst naar het vermogen van de cliënt om namen en gezichten te herkennen van zorgteamleden waar hij/zij veel mee te maken heeft EN het vermogen van de cliënt om de locatie of plaatsen te herinneren die regelmatig worden bezocht (bijv., slaapkamer, eetzaal, activiteitenruimte, therapieruimte).

  • Herkent namen en gezichten van zorggever
    Kan zorggevers van familieleden, vreemden, bezoekers en medecliënten onderscheiden. Het is niet nodig dat de cliënt zich de namen van alle zorgverleners herinnert, maar hen wel als zorggevers herkent (bijv., verpleegster, therapeut) versus anderen.
  • Herinnert zich de locatie of plaatsen die regelmatig worden bezocht
    Kan de belangrijkste plekken waar men regelmatig komt lokaliseren en herkennen, bijv. de weg naar de eigen kamer vinden, zich het doel van bepaalde ruimten herinneren zoals de eetzaal en activiteitenruimte, enzovoort.

Codering

Codeer “0” als er geen aanwijzingen zijn voor een geheugenprobleem in beide domeinen.

BELANGRIJK: De cliënt moet positieve vermogens demonstreren in BEIDE soorten situaties (d.w.z., zorgverleners namen/gezichten EN locaties) om een “0” te kunnen coderen. Codeer “1” als de cliënt moeite heeft op één of op beide gebieden.

  1. Ja, geheugen OK
  2. Geheugenprobleem